Zuid-Holland verwelkomt nieuwe Taalambassadeurs

65
Taalambassadeurs Zuid-Holland Paul, Neriman, Nadia, Ria en Henk met o.a. docente Gerrie Overweel tijdens de eerste bijeenkomst van de Taalambassadeurs training Zeg het voort.

Niet goed kunnen lezen, schrijven, spreken, rekenen of computeren: het kan je leven behoorlijk bepalen. Taalambassadeurs kunnen erover meepraten, en doen dat ook. Taalambassadeurs zijn oud-laaggeletterden die aan uiteenlopende doelgroepen – van politici tot potentiële taalcursisten – vanuit hun eigen ervaring vertellen hoe belangrijk goede basisvaardigheden zijn. In Dordrecht hebben 5 nieuwe Zuid-Hollandse Taalambassadeurs, afkomstig uit Dordrecht, Schiedam en Leiden, de cursus ‘Zeg het voort’ gevolgd. Donderdag wordt de cursus feestelijk afgerond en ontvangen de nieuwe Taalambassadeurs van Monique de Bos, beleidsambtenaar Onderwijs bij de gemeente Dordrecht, hun certificaat.

Taalambassadeurs zijn onmisbaar als je mensen duidelijk wilt maken wat het betekent om moeite te hebben met lezen en schrijven. Zij hebben namelijk aan den lijve ondervonden hoe ingewikkeld het leven is als je basisvaardigheden als lezen, schrijven, spreken, rekenen en digitale vaardigheden onvoldoende beheerst. Dit kan uiteenlopende problemen veroorzaken in het dagelijkse leven als het gaat om relaties onderhouden, werk krijgen en behouden, maar ook kinderen opvoeden en begeleiden. Het gaat hierbij om vaardigheden die iedereen nodig heeft om de regie te kunnen voeren over zijn of haar eigen leven.

Tijdens de cursus, georganiseerd door Stichting Lezen & Schrijven en verzorgd door Stichting ABC, leerden de Taalambassadeurs om hun ervaringen te vertellen vanaf de tijd dat ze niet of weinig konden lezen, schrijven en/of spreken. Trainster Gerrie Overweel: “Niet iedere laaggeletterde is geschikt om ambassadeur te worden. Iemand moet goed kunnen luisteren, goed kunnen reageren op vragen en ook zelf in staat zijn goede vragen te stellen. Verder moet hij of zij niet bang zijn om over zichzelf te praten, bij voorkeur ook niet voor een wat grotere groep. Of in een live televisieprogramma.” De Taalambassadeurs hebben in de training toegewerkt naar het vormgeven en vertellen van hun eigen verhaal. Daarnaast leerden de Taalambassadeurs onder andere over hun sterke punten en valkuilen, het geven en ontvangen van feedback, over zelfbeeld en hoe ze overkomen op anderen.

“Ik vind het belangrijk dat deze nieuwe ambassadeurs leren om goed te reageren op vragen. En dat betekent bijvoorbeeld ook dat ze op een goede manier kunnen aangeven juist geen antwoord te willen geven op de vraag. Omdat die bijvoorbeeld te persoonlijk is. Een goede ambassadeur kan dat, zonder dat de situatie daardoor ongemakkelijk wordt.”, aldus Overweel. Ondertussen heeft een aantal van de ambassadeurs-in-opleiding alvast ervaring kunnen opdoen met het werk zoals zich dat kan voordoen voor hen. Een van hen heeft al een interview gegeven waaruit een interessant artikel voortkwam in de Correspondent. Anderen zijn al eens aanwezig geweest bij bijeenkomsten over het thema laaggeletterdheid tijdens de Week van de Alfabetisering. Voor de ambassadeurs in spe was het een spannende maar vooral positieve ervaring, al tijdens het ‘leertraject’.

Donderdag 12 oktober zal de nieuwe pool met Zuid-Hollandse Taalambassadeurs hun laatste trainingsbijeenkomst hebben, waarna ze hun certificaat in ontvangst mogen nemen. Dat wordt een feestelijke afsluiting, want we zijn erg blij met weer een groep nieuwe mensen die het ‘voort wil zeggen’: wil je beter leren lezen, schrijven, rekenen of computeren, ga er dan voor!